Meta-inventarisatie van uitkomstgericht contracten in de medisch specialistische zorg
SiRM heeft een meta-inventarisatie gedaan van contracten tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders in de msz, waarin uitkomsten van zorg zoals sterfte, complicaties en de door patiënt ervaren kwaliteit van leven zijn opgenomen. SiRM concludeert dat uitkomstgerichte contracten anno 2020 slechts op kleine schaal bestaan. Er zijn per saldo onvoldoende prikkels om op uitkomsten van zorg te contracteren. Daarnaast blijkt dat het effect van uitkomstgericht contracteren op de kwaliteit en kosten van zorg in de praktijk nog onvoldoende in beeld is, en er vanuit de literatuur geen eenduidig bewijs ligt.
In 2018 heeft het ministerie van VWS het programma Uitkomstgerichte Zorg in het leven geroepen, met als doel een meer op uitkomsten gerichte medisch specialistische zorg (msz). Samen met de partijen uit het hoofdlijnenakkoord msz werkt het ministerie aan het creëren van meer inzicht in uitkomsten van zorg (programmalijn 1), meer samen beslissen (programmalijn 2), meer uitkomstgericht contracteren en organiseren (programmalijn 3) en een betere toegang tot informatie over uitkomsten (programmalijn 4).
De eerste fase van programmalijn 3 bestaat uit een ‘meta-inventarisatie’ (inventariseren, bij elkaar brengen en analyseren van bestaande initiatieven) en een inspiratie- en uitwisselingssessie.
SiRM heeft de meta-inventarisatie in 4 stappen uitgevoerd:
- Bepalen van te inventariseren kenmerken van uitkomstgerichte contract- en organisatievormen. Voorbeelden van kenmerken zijn betrokken partijen, type afspraken en indicatoren.
- Opstellen longlist van uitkomstgerichte contracten door voeren interviews met o.a. HLA-partijen, zorgaanbieders, zorgverzekeraars, toezichthouders en gezondheidseconomen
- Destilleren van de rode draad die uit de initiatieven op de longlist naar voren komt (o.a. bouwstenen van een succesvol contract, prikkels, effect op kwaliteit en kosten).
- In kaart brengen van kennislacunes en suggesties tot vervolgonderzoek doen.
We concluderen op basis van de meta-inventarisatie dat uitkomstgericht contracteren anno 2020, door de prikkels binnen het huidige stelsel, op beperkte schaal plaatsvindt.
Voor zowel zorgaanbieders als zorgverzekeraars zijn er onvoldoende prikkels om op uitkomsten van zorg te contracteren. Aan de aanbiederskant wegen de mogelijkheid om je te onderscheiden van concurrenten en de marginale opbrengsten (lees: hogere tarieven, bonus en/of vrije volumes) niet op tegen de marginale kosten (lees: opstellen contracten met verschillende verzekeraars, selecteren en doorontwikkelen uitkomstindicatoren). Onder zorgprofessionals bestaat verder de vrees dat zorgverzekeraars uitkomstinformatie tegen hen gaan gebruiken, bijvoorbeeld door bepaalde behandelingen niet in te kopen.
Hoewel uitkomstgerichte contracten matchen met de sociale missie van zorgverzekeraars en bij kunnen dragen aan soepele en transparante onderhandelingen met zorgaanbieders, ervaren verzekeraars per saldo onvoldoende positieve prikkels. Dit heeft te maken met de beperkte autonomie (als gevolg van artikel 13 in de Zorgverzekeringswet) in het toeleiden van patiënten naar kwalitatief betere zorgaanbieders, en een vrees voor reputatieschade door de consument die vaak sceptisch tegenover de goede bedoelingen van zorgverzekeraars staat. Verder is het voor zorgverzekeraars moeilijk met zorgaanbieders afspraken te maken over uitkomsten, omdat er een gebrek is aan transparante en breed gedragen uitkomstindicatoren. Via de indicatorensets van IGJ en ZINL zijn veel indicatoren beschikbaar, maar het nut hiervan is beperkt omdat deze hoofdzakelijk uit structuur- en procesindicatoren en voor slechts 23% uit uitkomstindicatoren. Hoewel er steeds meer informatie beschikbaar komt, is de uitkomstinformatie binnen klinische registraties (bijv. DICA, LTR en Nederlandse Kankerregistratie) niet voor alle partijen inzichtelijk, waardoor het niet gebruikt kan worden in uitkomstgerichte contracten. Daarnaast hebben cliëntenorganisaties, beroepsverenigingen, zorgaanbieders en zorgverzekeraars verschillende visies op (het meten van de) kwaliteit van zorg en daarmee op uitkomstindicatoren.
Uit de meta-inventarisatie blijkt verder dat het effect van uitkomstgericht contracteren op de kwaliteit en kosten van zorg in de praktijk nog onvoldoende in beeld is, en er vanuit de literatuur geen eenduidig bewijs ligt.
Voor de transitie naar een medisch specialistisch zorglandschap waarin uitkomstgerichte contracten de norm (i.e. conventie) in plaats van de uitzondering (i.e. exceptie) vormen, is vervolgonderzoek nodig. Enerzijds om handvatten te identificeren die helpen bij opschalen (bijvoorbeeld ondervangen van perverse/negatieve prikkels en vergroten van positieve prikkels). Anderzijds om, via gerichte experimenten, meer inzicht te krijgen in de effecten van uitkomstgerichte contracten op kwaliteit en kosten van zorg.