Subsidieregeling overgang integrale tarieven MSZ geëvalueerd
SiRM constateert dat gelijkgerichtheid waarschijnlijk effectiever kan worden bevorderd dan met de subsidieregeling overgang integrale tarieven waarmee medisch specialisten gecompenseerd worden als zij hun vrijgevestigde status opgeven. De subsidieregeling draagt namelijk nauwelijks bij aan overstap naar loondienst. Bovendien is het onduidelijk of loondienst altijd bijdraagt aan gelijkgerichtheid. Succes- en faalfactoren voor gelijkgerichtheid hebben we uitgewerkt in het tegelijkertijd uitgebrachte rapport ‘Aanbevelingen bevorderen gelijkgerichtheid’.
In 2013 werd in het onderhandelaarsresultaat medisch specialistische zorg 2014 t/m 2017 besloten om integrale tarieven in te voeren voor medisch specialistische zorg (MSZ). Dit betekende voor vrijgevestigde medisch specialisten dat zij zich anders moesten organiseren, ofwel als specialist in loondienst ofwel als vrijgevestigde in een zogenaamd participatiemodel of samenwerkingsmodel met het ziekenhuis
Om beide opties reële mogelijkheden te laten zijn, werden middelen beschikbaar gesteld voor deze transitie met de Subsidieregeling Overgang Integrale Tarieven in de MSZ. De subsidieregeling heeft als doel om te zorgen dat medisch specialisten de overstap naar loondienst een reële optie vinden, door de financiële belemmeringen voor deze overstap te verminderen. Daarbij is gelijkgerichtheid niet specifiek als doel genoemd, maar was dit wel een reden voor verlenging van de subsidieregeling.
Het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) heeft SiRM gevraagd om de subsidieregeling te evalueren en in kaart te brengen of en op welke wijze de subsidieregeling bijdraagt aan het bevorderen van gelijkgerichtheid in de zorg. We concluderen dat VWS het subsidiegeld effectiever kan inzetten ter bevordering van gelijkgerichtheid door de subsidieregeling niet te verlengen en gelijkgerichtheid op andere manieren te bevorderen.
Ten eerste constateren we dat de subsidieregeling nauwelijks bijdraagt aan de overstap van vrijgevestigde medisch specialisten naar loondienst. Aan 6% (465) van de vrijgevestigde medisch specialisten is de subsidie verleend. Vrijwel geheel (97%) in het eerste jaar van de subsidieregeling. Daarbij bestonden vaak andere specifieke redenen voor overstap naar loondienst, zoals grootschalige strategische herpositionering, fusies en een relatief ongunstige financiële positie van instellingen. De subsidieregeling lijkt slechts in beperkte mate de financiële belemmeringen te verlagen voor medisch specialisten om over te stappen naar loondienst. Wellicht heeft de subsidie voor sommige medisch specialisten de overstap daadwerkelijk mogelijk gemaakt, maar dit blijkt niet op grote schaal gebeurd te zijn. De subsidie van €100.000 is vrij laag vergeleken met de goodwill en het opgeven van alle activiteiten als ondernemer, waaronder research en belastingvoordelen. Bovendien zijn de inkomsten van medisch specialisten in loondienst meestal lager dan in vrije vestiging.
Daarnaast is het onduidelijk of loondienst inderdaad altijd bijdraagt aan het bevorderen van gelijkgerichtheid. Ontwikkelingen in gelijkgerichtheid door overstap naar loondienst zijn niet te meten met harde uitkomstmaten, en daardoor niet betrouwbaar te meten. Daarnaast zijn bestuurders en medisch specialisten er niet van overtuigd dat loondienst altijd meer gelijkgerichtheid geeft dan vrije vestiging. Ook is het onwaarschijnlijk dat de 46 verleende subsidies aan medisch specialisten die in loondienst traden bij zelfstandige behandelcentra, leiden tot meer gelijkgerichtheid.
Tot slot zou VWS samen met het veld gelijkgerichtheid ook op andere manieren kunnen bevorderen. Zie daarvoor ons rapport ‘Aanbevelingen ter bevordering van gelijkgerichtheid’.