Mededingingsprobleem geldt niet voor elk type ziekenhuiszorg
Bij verweven, niet-complexe ziekenhuiszorg kan toezicht op de marktconcentratie strenger zijn dan in andere marktsegmenten. Bij complexe ziekenhuiszorg kan een verdere concentratie van de markt juist wenselijk zijn. Dit is in het kort onze conclusie.
De afgelopen jaren zijn er veel ziekenhuizen gefuseerd. Critici vragen zich af of er nog sprake is van voldoende mededinging. Het antwoord verschilt per type ziekenhuis.
Sinds een paar jaar speelt er een discussie of de fusiegolf van ziekenhuizen te ver is gegaan. Zo hield de Vaste commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer hierover in maart een rondetafelbijeenkomst, mede ingegeven door de fusie van het AMC en VUmc. Eerder kondigde de Autoriteit Consument & Markt (ACM) – die het afgelopen decennium slechts 1 van de 25 fusies van ziekenhuizen heeft afgekeurd – al aan dat ze ziekenhuisfusies strenger gaat beoordelen. Het is bij strengere toetsing zaak om te differentiëren naar type ziekenhuiszorg.
De beoordeling van mededinging voor fusies en ongeoorloofde samenspanning is niet gelijk voor elk type ziekenhuis. Als de ACM strenger wil toezien, ligt dat het meest voor de hand bij niet-complexe zorg die verweven is met faciliteiten in het ziekenhuis en met andere medische specialismen. Dat gaat om ongeveer de helft van de omzet op de ziekenhuismarkt. Voor losstaande niet-complexe zorg disciplineert de toetredingsdreiging de markt. Voor complexe zorg zouden ziekenhuizen juist meer ruimte kunnen krijgen om afspraken te maken en zorg uit te wisselen. De concentratie van complexe zorg en de bijbehorende verwachte kwaliteitsverbetering hoeft hier niet te leiden tot mededingingsproblemen.