Onderzoek naar opbrengsten digitalisering van zorg
De groeiende vraag naar zorg, in combinatie met toenemende tekorten op de arbeidsmarkt, zetten de zorg onder druk. Digitale zorg kan de financiele en personele tekorten mogelijk deels verhelpen. De directie Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsmarkt (MEVA) van het ministerie van VWS heeft SiRM gevraagd de potentiële opbrengsten van digitalisering van zorg te onderzoeken.
Uit het onderzoek blijkt dat passende inzet van bestaande digitale zorg veel potentieel heeft. Opschaling (meer zorgorganisaties en meer patiënten) en laagdrempelige uitbreiding naar nieuwe doelgroepen resulteert in potentiële opbrengsten van meer dan 3,5 keer de huidige opbrengsten. Het aanpassen van bestaande zorgpaden en -processen is vaak een randvoorwaarde om deze potentie te benutten.
Uit het onderzoek blijkt bovendien dat passende inzet van digitale zorg bijdraagt aan de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg als huidig beleid slaagt. Passende inzet van digitale zorg verbetert, mits goed geïmplementeerd, de zorgervaring en geeft patiënten meer regie over hun gezondheid. Met passende inzet van digitale zorg verbetert de toegankelijkheid door een geschatte productiviteitsverbetering van ten minste 27.000 fte in 2028, een kwart van het verwachte arbeidsmarkttekort. Deze productiviteitsverbetering treedt alleen op wanneer de bespaarde tijd van zorgverleners op een doelmatige manier wordt ingevuld. Ook draagt passende inzet van digitale zorg bij aan de betaalbaarheid van zorg: geschatte minimale bruto opbrengsten van €1,9 miljard (grotendeels gerealiseerd door productiviteitsverbeteringen) en directe kosten van €0,6 miljard resulteren in netto opbrengsten van €1,3 miljard in 2028. Hiervan valt ongeveer 60% binnen de Wlz en 40% binnen de Zvw. De kosten betreffen een onderschatting omdat kwantificering van kosten niet direct gerelateerd aan specifieke toepassingen (zoals kosten voor IT-systemen en veranderprocessen) buiten de reikwijdte van het onderzoek viel. De opbrengsten betreffen een conservatieve schatting.
We bepaalden de potentiële opbrengsten van digitalisering van zorg voor ~30 digitale zorgtoepassingen op basis van literatuur en interviews. We richtten ons op bestaande toepassingen waarvan (praktijk)onderzoeken opbrengsten kwantificeerden. De potentiële opbrengsten zijn een ondergrens door de continue ontwikkeling van nieuwe toepassingen (met name voor AI wordt grote impact verwacht) en doordat opbrengsten niet altijd bekend zijn. De potentiële opbrengsten vertalen we naar mogelijke opbrengsten in 2028 op basis van de geschatte implementatiegraad in 2023 en de verwachte implementatiesnelheid.
Voor het realiseren van de opbrengsten in 2028 is het slagen van huidig beleid uit het Integraal Zorgakkoord (IZA), het Programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) en het Programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (TAZ) belangrijk. De combinatie van bestaande beleidsmaatregelen rondom evalueren en prioriteren van digitale zorg, regionale samenwerking en het ondersteunen van zorgprofessionals en zorgaanbieders zijn essentieel voor het opschalen van digitale zorg. Daarbij geldt dat het geheel niet sterker is dan de zwakste schakel: een ruwe schatting resulteert in een reductie van de opbrengsten in 2028 met ongeveer 20%, door een sterke vertraging van de opschaling, zodra beleid in één van deze categorieën niet slaagt.
Dit rapport raamt de (potentiële) winst in fte en euro’s in de zorgsector door inzet van vormen van digitale zorgverlening. Digitale zorgverlening (inclusief de daarbij behorende transformatie van het zorgproces) maakt samen met de jaarlijkse zorgbudgetten onderdeel uit van de bestuurlijke akkoorden in de zorg. Een deel van de geraamde (potentiële) opbrengsten van digitale zorgverlening zijn al meegenomen in bestaande akkoorden. Deze akkoorden lopen tot en met 2026.