Evaluatie programma Zorgevaluatie en Gepast Gebruik (ZE&GG)
Zorgevaluatie en Gepast Gebruik (ZE&GG), een programma van alle partijen van het Hoofdlijnenakkoord medische specialistische zorg 2019-2022, is onderdeel van de gezamenlijke beweging naar passende zorg. Met het oog op de afspraken uit het Integraal Zorgakkoord vroeg VWS SiRM een evaluatie uit te voeren naar het programma van 2019 tot nu, ten behoeve van de vervolgopdracht voor het programma ZE&GG.
Het Ministerie van VWS werkt met andere overheids- en veldpartijen aan de transformatie richting Passende Zorg. Het programma ZE&GG is onderdeel van deze gezamenlijke beweging. Het doel van het programma is dat zorgevaluatie (in 2025) integraal onderdeel is van het reguliere zorgsysteem. De zorgsector gebruikt daarbij de zogenoemde Cirkel van Gepast Gebruik (CvGG) om te onderzoeken welke interventies van meerwaarde zijn en implementeert de resultaten in de praktijk.
Vanaf juli 2024 loopt de huidige opdracht en financiering van het programma ZE&GG af. In het Integraal Zorgakkoord (IZA) zijn afspraken gemaakt over het continueren en verbreden van de werkwijze van ZE&GG. Met het oog op de afspraken uit het IZA heeft VWS aan adviesbureau SiRM gevraagd een evaluatie uit te voeren naar het programma van 2019 tot nu, ten behoeve van de vervolgopdracht voor het programma ZE&GG.
Op basis van 15 interviews met voornamelijk leden uit de stuurgroep, vergezeld van leden uit de werkorganisatie van ZE&GG, maken we op dat partijen enthousiast zijn over de stappen die in het programma zijn gezet. Het gedachtegoed van ZE&GG is meer ingebed in de praktijk. We concluderen daarbij dat het programma zich vooral positief kenmerkt door de gedeelde ambitie en de unieke organisatie, en adviseren dit voor het vervolgprogramma te koesteren. Uit de interviews blijkt dat partijen een sterke gezamenlijke ambitie delen, die daarmee de motor van het programma vormt. Ook ervaren partijen de organisatie en samenwerkingsstructuur als vernieuwend en effectief. Alle partijen ‘uit het systeem’ nemen deel in de stuurgroep waar zij de ruimte voelen en nemen om met elkaar het gesprek te voeren dat nodig is. Zij zijn ook lid van de werkorganisatie. Hier werkt namens elke partij een medewerker een dag per week voor. Dit zorgt voor wederzijds vertrouwen en begrip. Ten slotte toont het programmamanagement inhoudelijk leiderschap en zijn zij samen met de projectorganisatie de drijvende kracht van het programma.
Uit de interviews bleek tegelijkertijd dat meer eenduidigheid in verantwoordelijkheden de effectiviteit van ZE&GG kan vergroten. We adviseren VWS daarom om hier in de vervolgopdracht aandacht aan te besteden. Hiervoor kan zij concretere doelstellingen opstellen die in lijn zijn met de urgentie van waaruit het programma ontstaan is. Daarbij denken wij op basis van de interviews aan een tweeledige doelstelling. Ten eerste kan het programma met de methodiek van de CvGG (voornamelijk) focussen op onderwerpen met een hoge maatschappelijke impact. Ten tweede kan het programma zich nadrukkelijker richten op de implementatie van de resultaten van zorgevaluaties binnen het huidige stelsel. Daarnaast kan de governance verduidelijkt worden door VWS nadrukkelijker als opdrachtgever te positioneren en te zorgen dat de stuurgroep beter kan sturen op resultaten, zonder dat de gedeelde ambitie en unieke organisatie van ZE&GG verloren gaan. Ten slotte is het van belang dat ZonMw en het programmamanagement, gefaciliteerd door VWS, het proces van subsidieverstrekking nader uitwerken. Hierin kan VWS meer richting geven. Daarbij is aandacht nodig voor de balans tussen snelheid en zorgvuldigheid.