Evaluatie geneesmiddelenvisie VWS
SiRM heeft in opdracht van VWS hun geneesmiddelenvisie uit 2016 geëvalueerd. We concluderen dat de grip op de inzet van dure geneesmiddelen is toegenomen maar dat er nog weinig sprake is van controle (greep). Volledige controle is niet haalbaar, meer controle dan nu is dat wel.
In 2016 publiceerde het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een visie op dure geneesmiddelen. De ambitie van deze geneesmiddelenvisie was het toegankelijk houden van dure geneesmiddelen tegen aanvaardbare prijzen. In de visie werd geconstateerd dat – anno 2016 – bestaande instrumenten onvoldoende werkten om deze ambitie te bereiken en dat aanvullende instrumenten nodig waren. Sindsdien voerde VWS een groot aantal beleidsmaatregelen uit om hier invulling aan te geven.
SiRM heeft in opdracht van de directie Geneesmiddelen en Medische Technologie van VWS de geneesmiddelenvisie geëvalueerd. Deze evaluatie richtte zich uitsluitend op beleid op het gebied van dure geneesmiddelen. Door externe invloeden en de vele verschillende beleidsmaatregelen is het effect van de geneesmiddelenvisie niet exact te bepalen. Wel concluderen we op basis van een combinatie van deskresearch, interviews, een werksessie en kwantitatieve analyses dat de grip op de inzet van dure geneesmiddelen is toegenomen maar dat er nog weinig sprake is van controle (greep). Volledige controle is niet haalbaar, meer controle dan nu is dat wel.
De grip op de inzet van dure geneesmiddelen is toegenomen doordat overheids- en veldpartijen meer gelijkgericht zijn gaan werken en een betere informatiepositie hebben gekregen. Daarnaast droeg de inzet op prijsonderhandelingen bij aan betaalbaarheid, maar dit leidde ook tot een vertraging in de toegang tot nieuwe geneesmiddelen. De inzet op gepast gebruik is toegenomen maar kan systematischer en structureler. VWS heeft nauwelijks invloed gehad op welke middelen tegen welke vraagprijs op de markt kwamen, wat door de kleine omvang van de Nederlandse markt te verwachten viel. VWS zette wel meer in op Europese samenwerking om toch een bepaalde mate van invloed uit te oefenen.
Meer controle over de inzet van de dure geneesmiddelen dan nu is in onze ogen wel mogelijk. VWS kan zich in Europees verband als een kritischere klant opstellen richting de farmaceutische industrie door te kennen te geven aan welke middelen de behoefte het grootst is, wat we bereid zijn hiervoor te betalen, en tegen welke voorwaarden. Daarnaast kan VWS een systematisch proces inrichten waarmee beter geanticipeerd wordt op de komst van nieuwe dure geneesmiddelen en gepast gebruik van bestaande dure geneesmiddelen minder vrijblijvend wordt. Ten slotte kan VWS ervoor zorgen dat de noodzakelijke data-infrastructuur voor de evaluatie van effectiviteit in de praktijk - als onderdeel van de msz-kwaliteitsregistraties - sneller tot stand komt.
Reflecterend op de evaluatie, willen we benadrukken dat het meten van het (middel-) langetermijneffect (>5 jaar) van het dure-geneesmiddelenbeleid lastig is en dat ook in de toekomst zal blijven. Het opnemen van specifieke streefwaarden voor bijvoorbeeld de uitgaven zal dat niet veranderen en is bovendien niet wenselijk. Wel kunnen overheids- en veldpartijen de ontwikkeling van de betaalbaarheid en toegankelijkheid én de voortgang van specifieke beleidsmaatregelen beter monitoren dan nu het geval is. VWS kan de regie over deze monitoring nemen en de inzichten structureel bespreken in onder andere het Landelijk Overleg Dure Geneesmiddelen (LODG). Op basis hiervan kunnen partijen in het LODG beleid en de uitvoering daarvan bijsturen.