Analyse opvang multitraumapatiënten in ROAZ regio Brabant
Netwerk Acute Zorg Brabant vroeg SiRM om een analyse uit te voeren naar de oorzaken van het relatief lage aandeel directe opvang van multitraumapatiënten in de ROAZ regio. Ook vroeg NAZB SiRM om aanknopingspunten voor verbetering van deze zogenaamde ZIN-score in de regio te identificeren. We concluderen op basis van onze analyses dat de huidige lat die ZIN hanteert met de 90%-norm hoog ligt, maar dat er tegelijkertijd laaghangend fruit is om de ZIN-score te verbeteren in Brabant.
In 2020 werd in Nederland 71% van de meest ernstig gewonde patiënten, die per ambulance of helikopter direct naar een ziekenhuis werden vervoerd, naar een level 1 traumacentrum (hierna: L1-ziekenhuis) gebracht. Hierbij was sprake van grote regionale variatie (51%-91%). Van de elf traumaregio’s heeft ROAZ regio Brabant in 2020 de laagste score. Netwerk Acute Zorg Brabant (NAZB) heeft SiRM daarom gevraagd om een verdiepende analyse uit te voeren om meer inzicht te geven in de oorzaken hiervan. Ook vroeg NAZB SiRM om aanknopingspunten voor verbetering van de score te identificeren. NAZB wil met deze analyse een bijdrage leveren aan de (landelijke) discussie over de juiste (acute) zorg op de juiste plek. We concluderen op basis van onze analyses dat de lat die ZIN hanteert met de 90%-norm hoog ligt, maar dat er tegelijkertijd laaghangend fruit is om de ZIN-score te verbeteren in Brabant.
Multitraumapatiënten zijn niet altijd als zodanig herkenbaar
We beargumenteren dat de lat hoog ligt omdat multitraumapatiënten niet altijd als zodanig herkenbaar zijn. Uit de literatuur blijkt dat opvang in een L2-ziekenhuis samenhangt met kenmerken waarbij multitrauma minder goed herkenbaar is. Ook in ROAZ regio Brabant worden multitraumapatiënten met letsel als gevolg van een laag-energetische val, lagere ISS, ouderen en vrouwen vaker naar een L2-ziekenhuis gebracht. Deze kenmerken komen echter in vergelijkbare mate of meer – letsel als gevolg van een laag-energetische val – in de andere traumaregio’s voor en verklaren daarom niet de verschillen in ZIN-score.
ZIN-score hangt vooral af van regionale zorglandschap
De verschillen in ZIN-score worden vooral verklaard door de inrichting van het regionale zorglandschap. Traumaregio’s met meer SEH’s, die relatief ver (minimaal 20 minuten rijden) van het L1-ziekenhuis liggen, scoren slechter op de ZIN-indicator, net als traumaregio’s met een langere gemiddelde reistijd tot het L1-ziekenhuis. ROAZ regio Brabant heeft met 10 de meeste SEH’s die 24/7 open zijn en op minimaal 20 minuten afstand liggen van het L1-ziekenhuis, en heeft met 31 minuten gewogen gemiddelde reistijd, de een-na hoogste reistijd. Wanneer een multitraumapatiënt niet als zodanig herkend wordt, is de kans dat hij ‘toevallig’ voor directe opvang naar het L1-ziekenhuis wordt gebracht groter in regio’s met minder SEH’s en een kleinere gemiddelde reisafstand tot het L1-ziekenhuis. Maar ook bij twijfelgevallen blijkt het soms lastig om L2-ziekenhuizen voorbij te rijden. Ten slotte leidt de aanwezigheid van MMT’s in Nijmegen en Rotterdam tot een lagere ZIN-score in ROAZ regio Brabant. Een deel van de Brabantse MMT-traumapatiënten wordt in L1-ziekenhuizen buiten de regio opgevangen en tellen als zodanig niet mee voor de ZIN-score, terwijl zij wel juist opgevangen zijn.
Als potentieel wordt benut, zou ZIN-score oplopen tot 76%
Tegelijkertijd constateren we dat er laaghangend fruit is om de ZIN-score te verbeteren in Brabant. Uit onze analyse blijkt dat ook multitraumapatiënten met goed herkenbare letsels regelmatig naar een L2-ziekenhuis gebracht worden. Als deze patiënten juist gebracht zouden worden, zou de ZIN-score in 2025 oplopen tot 76%. Het gaat om patiënten die volgens het landelijk ambulanceprotocol wel naar een L1-ziekenhuis gebracht zouden moeten worden, maar waar in het Brabantse protocol een uitzondering op gemaakt is. Daarnaast betreft het multitraumapatiënten met letsel als gevolg van een hoogenergetische val en/of een ISS ≥25. Ten slotte gaat het om de Brabantse MMT-traumapatiënten die buiten de ROAZ regio zijn opgevangen, terwijl het L1-ziekenhuis in ROAZ regio Brabant dichterbij was.