Onderzoek wachtlijsten ouderenzorg voor CZ zorgkantoor
De toegankelijkheid van de ouderenzorg in Zuidoost-Brabant staat onder druk: een steeds groter aantal ouderen staat op een wachtlijst voor Wlz-zorg. CZ Zorgkantoor vroeg SiRM onderzoek te doen naar de oorzaken hiervan, te bepalen wat de invloed is die zij hierop heeft, wat ze aan deze oorzaken heeft gedaan en mogelijk meer kan doen. Op basis van de resultaten zijn wij ingegaan op de vraag hoe de op een zorgkantoor rustende zorgplicht beoordeeld kan worden.
Het aantal cliënten dat in Zuidoost-Brabant langer dan de Treeknorm wacht op ouderenzorg is het hoogste van heel Nederland. Dit is sterk toegenomen. Hierdoor staat de toegankelijkheid onder druk. Op het zorgkantoor rust de zorgplicht om te garanderen cliënten hun recht op zorg kunnen verzilveren. CZ Zorgkantoor heeft SiRM gevraagd om de oorzaken van de wachtlijsten te onderzoeken, inclusief de acties die zij heeft uitgevoerd en aanvullend had kunnen ondernemen om zo tot een beschouwing te komen op de zorgplicht bij wachtlijstproblematiek.
We onderzochten de oorzaken op basis van deskresearch, openbare data en werksessies met medewerkers van CZ. Op basis hiervan voerden we aanvullende data-analyses uit op basis van data van CZ en voerden we aanvullende interviews met zorgaanbieders uit de regio en andere zorgkantoren. Ook organiseerden we twee bijeenkomsten met zorgaanbieders uit de regio om onze bevindingen te toetsen en de resultaten te bespreken.
We concluderen dat de zorgplicht om een genuanceerde beoordeling vraagt. Ondanks dat het zorgkantoor vrijwel de volledige capaciteit heeft ingekocht zijn wachtlijsten ontstaan. Het realiseren van meer capaciteit door zorgaanbieders is lastig, onder meer vanwege het personeelstekort. Ook blijkt dat een belangrijk deel van de wachtenden bestaat uit mensen die nu wel zorg ontvangen maar dat een andere aanbieder de voorkeur heeft. Daarmee knelt de maatschappelijke realiteit met de keuzevrijheid die volgt uit het recht op zorg.
Of het zorgkantoor wel of niet voldoet aan haar zorgplicht is in onze ogen daarom lastig eenduidig te beoordelen: de invloed op (een belangrijk deel van) de oorzaken is vaak beperkt en indirect. We stellen daarbij voor om een onderscheid te maken tussen een resultaatsverplichting voor de kernactiviteiten van zorgkantoren (zorginkoop en wachtlijstbemiddeling) en een inspanningsplicht op thema’s die vraag en aanbod van zorg beïnvloeden, maar waar zij niet primair verantwoordelijk voor is. Voorbeelden van deze thema’s zijn een voldoende aanbod (geclusterde) ouderenwoningen en het inzetten op preventie en samenwerking met onder meer aanbieders van Wmo en wijkverpleging. Dit vereist strategische keuzes over welke thema’s prioriteit krijgen en met welke partijen zoals gemeenten, andere zorgaanbieders en woningcorporaties moet worden samengewerkt.