Monitor en advies casuïstiektafels hoogcomplexe ggz
In 2020 is een netwerk van acht regionale casuïstiektafels gestart voor hoogcomplexe ggz. Het doel hiervan is om voor mensen met een ernstige en complexe ggz-vraag passende zorg te organiseren. SiRM monitorde de casuïstiektafels en ondersteunde de coördinatoren van de tafels in 2020 en 2021. Begin 2022 heeft SiRM geadviseerd over de meerwaarde en het vervolg van de casuïstiektafels.
Passende en tijdige geestelijke gezondheidszorg (ggz), met name voor mensen met de ernstigste problemen, staat hoog op de maatschappelijke agenda. In januari 2020 vroeg toenmalig staatssecretaris Blokhuis de Nederlandse ggz (deNLggz) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) een plan te maken om de behandelcapaciteit in de hoogcomplexe ggz te verbeteren. Dit plan resulteerde in acht bovenregionale casuïstiektafels – overlegstructuren – die passende zorg voor patiënten moeten organiseren, wanneer ze dat op dit moment niet krijgen. deNLggz en ZN vroegen SiRM om deze tafels waar nodig te ondersteunen, de resultaten te monitoren en op basis van de monitoring te adviseren over de meerwaarde en het vervolg van de tafels.
In het project ondersteunden we de casuïstiektafels in hun opstart met inspiratiesessies voor de coördinatoren en het stroomlijnen van hun proces. In alle acht regio’s werd een werkende casuïstiektafel opgezet waar voor aangemelde patiënten passende zorg gezocht wordt. We monitorden vervolgens welke casuïstiek besproken werd op de tafels en wat de resultaten van de besprekingen waren, ook op de langere termijn. We reflecteerden daarnaast met de verschillende betrokkenen op de aanpak van de casuïstiektafels en de ervaren meerwaarde.
De tafels blijken vooral een vangnet te vormen als de casuïstiek van de patiënt te complex blijkt om op een andere manier passend aanbod te vinden. De casuïstiektafels bieden of faciliteren dan maatwerk in samenwerking met andere organisaties en bieden expertise op bovenregionaal niveau, onder andere via consultatie en verwijzing. We hebben dan ook aan deNLggz, ZN en het ministerie van VWS geadviseerd om deze vangnetfunctie te behouden. Wel adviseerden we om meer ruimte te bieden voor eigen invulling van de operationalisering van de tafels, zodat het voor regio’s met lage aantallen casussen mogelijk wordt om aan te sluiten bij een andere overlegstructuur. Voorwaarde hierbij is wel dat de casuïstiektafels blijven voldoen aan de randvoorwaarden voor zichtbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit.