Tekort aan geneesmiddelen - Nederland is niet uniek
Geneesmiddeltekorten halen met enige regelmaat het nieuws. Als oorzaak wordt dan vaak gesteld dat Nederland te weinig betaalt voor geneesmiddelen, met name voor generieke geneesmiddelen vanwege het preferentiebeleid. Maar is Nederland wel zo uniek?
Als het tekort te wijten is aan specifiek Nederlands beleid, zou je verwachten dat het buitenland geen, of in ieder geval minder geneesmiddeltekorten kent. De signalen wijzen juist op vergelijkbare problemen met geneesmiddeltekorten.
We vonden helaas geen bronnen om geneesmiddeltekorten tussen landen systematisch te vergelijken. Ieder land heeft eigen definities van een tekort en daardoor zijn de aantallen niet vergelijkbaar.
Het viel ons wel op dat, gegeven hun eigen definities, alle vijf landen om ons heen een vergelijkbare forse stijging van de geneesmiddeltekorten ervaren. Vanaf 2021 ongeveer 80% voor Frankrijk en 140% voor Duitsland. Voor Nederland was dat bijna 130%. België, Engeland en Denemarken lagen daar tussenin.
Voor drie specifieke tekorten die in 2024 de Nederlandse pers haalden (isosorbide mononitraat, prednisolon, salbutamol), vonden we dat de meeste andere landen ook een tekort hadden. Het kan zelfs andersom: terwijl in Duitsland, Frankrijk en Denemarken het tekort aan hydrocortison in de publiciteit was, was dat middel in Nederland wel leverbaar.
We zien hierin aanwijzingen dat het preferentiebeleid an sich waarschijnlijk niet de hoofdoorzaak is van de tekorten in Nederland. Aangezien we met het preferentiebeleid jaarlijks €600-800 miljoen besparen, moeten we niet lichtzinnig denken over afschaffing ervan.
Bronnen: KNMP farmaco, br.de, dr.dk, theguardian.com, capital.fr, famph.be, laegemiddelstyrelsen.dk, ansm.sante.fr, bfarm.de, tijd.be.